Ons lichaam
Deze column schrijf ik laat op de avond. De rest van het gezin slaapt al. Naast me staat een glas thee. Geen chocola erbij, heb ik met mezelf afgesproken.
In een huis met tieners is eten nooit ver weg. De koelkast, de kasten en de kelder worden regelmatig aan een gretige inspectie onderworpen. Daarbij variëren de verlangens: waar de een gaat voor chips, loopt hier ook een huisgenoot rond die bij voorkeur eieren bakt met een verzameling aan ingrediënten. Het aanrecht blijft achter als een stille getuige.
Ook onder collega’s is eten een geliefd gespreksonderwerp. Ze zijn wat ouder en wijzer dan de tieners thuis, dus de insteek is anders. We delen adviezen over gezonde eetgewoonten – al lopen de meningen uiteen. En ondertussen gaan er tips rond voor die lekkere salade of dat verantwoorde linzenrecept.
‘Ik heb geen zin om voor mezelf te koken’, vertrouwde een single me laatst toe. Ik kan me daar best iets bij voorstellen: kleine porties klaarmaken kost toch energie, terwijl de gezelligheid ontbreekt om samen van het eten te genieten. Hoewel, dacht ik bij mezelf, ook ik moet mezelf soms een zetje geven. En eerlijk is eerlijk: ook bij ons thuis wordt niet alles wat ik op tafel zet met evenveel enthousiasme ontvangen.
Als ik niet goed voor mezelf zorg, doe ik niet alleen mezelf, maar ook mijn Schepper tekort
‘Als ik niet goed voor mezelf zorg, doe ik niet alleen mezelf, maar ook mijn Schepper tekort’, zei diezelfde week iemand anders tegen me. Die woorden bleven hangen. We leven toch in een vreemde tijd als het om ons lichaam gaat? Kijk maar om je heen en je ziet de uitersten: aan de ene kant de obsessie om strak, gezond en jong te blijven, aan de andere kant verwaarlozing in allerlei vormen – van middelengebruik tot verslaving en zelfbeschadiging.
Misschien vergis ik me, maar vaak gaat het in de kerk bij het woord ‘lichaam’ vooral over de geestelijke kant. De Bijbelwoorden kennen we: vele leden, één lichaam. Maar misschien zouden we het vaker moeten hebben over ons gewone, aardse lichaam. Welke plek heeft dat in de manier waarop we discipel van Christus zijn?