Waar bent u naar op zoek?

Geeft het christelijk onderwijs gehoor aan zijn opdracht?

De beste burgers

Reinald Molenaar
Door: Reinald Molenaar
Onderwijs
06-11-2025

Wat is het nut van christelijk onderwijs? Die vraag heeft alles te maken met de burgerschapsopdracht die de overheid aan het onderwijs heeft gegeven om “actief burgerschap en sociale cohesie” te bevorderen. Dr. Peter van Olst geeft antwoord op deze vraag in zijn ‘vertelling’ Getrouw verbonden. Brede burgerschapsvorming voor de christelijke leraar.

Het thema burgerschap past bij uitstek bij een christen, als het aan Van Olst ligt. In 2024 promoveerde hij aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) op een onderzoek naar burgerschap in het christelijk onderwijs. Van Olst – regisseur identiteit, vorming en burgerschap bij Driestar educatief – publiceert de vertelling ervan nu in een Nederlandse uitgave. “Zo draag je wijsheid over, niet via bullet points, maar door het vertellen van gebeurtenissen die uit het leven gegrepen zijn”, schrijft hij in de inleiding van Getrouw verbonden.

“Ik citeer in mijn boek de bekende theoloog dr. A.A. van Ruler”, vertelt de auteur in een Teamsgesprek. “Van Ruler zegt: ‘De ware christen, de beste burger.’ Dat klinkt misschien arrogant, maar er spreekt vooral vertrouwen uit in de verbindingskracht van het Evangelie. Als we op een christelijke manier met de burgerschapsopdracht omgaan, brengt het christelijk onderwijs burgers voort die de Heere boven alles liefhebben en de naaste als zichzelf.”

Het idee bestaat echter dat christelijke scholen die opdracht juist niet goed vervullen. Hoe komt dat?
“Ik vind dat een te snel oordeel. Er gaat veel goed, en als je als overheid het bijzonder onderwijs afschaft, gooi je het kind met het badwater weg. De christelijke gemeenschap is door de kerken en scholen hecht verbonden en draagt daardoor bij aan sociale cohesie. De vraag is echter hoe zij zich verhoudt tot de pluriforme samenleving. Wat ik in mijn boek wil doen, is teruggaan naar onze wortels. Daar vinden we antwoorden op de vraag hoe we in de samenleving moeten staan. Onze identiteit heeft alles van doen met burgerschap. Denk aan Filippenzen 3:20, waar Paulus zegt: ‘Ons burgerschap is in de hemelen.’ Je mag het burgerschap dus bezien vanuit het licht van Gods Koninkrijk, hier en nu. Het ene burgerschap sluit het andere niet uit, maar juist in.”

U citeert in uw boek dr. W. Aalders, die sprak over het gebrek aan cultuurgestalte onder christelijke en gereformeerde gelovigen. Waarom is die zo noodzakelijk?
“We zijn ons als christenen, vanuit de positie waarin iedereen kerkelijk gebonden was, gaan terugtrekken in de verzuiling. Zuilen zijn erop gericht dat iedereen zijn eigen leven kan leiden, omdat er aan de top verbinding is. Nu zijn die zuilen afgebrokkeld of op zijn minst geperforeerd. Onze kinderen staan midden in het pluriforme leven waarin op zondagochtend de dominee nog wel gehoord wordt in de kerkdienst, maar op zondagmiddag op TikTok een influencer alweer een heel andere boodschap aandraagt. Dat vraagt om explicietere vorming. Mijn boek is priesterlijk getoonzet: wat heeft de jongere van nu nodig om op een christelijke manier present te zijn in de samenleving? Nu al en straks, in de zorg, het zakenleven, het onderwijs? Beginselvastheid en openheid zijn daarom twee belangrijke pijlers in mijn boek.”

‘Wij geloven in de Waarheid, maar dat betekent niet dat je niemand meer nodig hebt die anders denkt dan jij’

Waarom juist die twee?
“Ze hebben direct te maken met Gods geboden. Hij vraagt ons Hem boven alles lief te hebben en onze naaste als onszelf. De Heere Jezus doet daar altijd qua radicaliteit nog een schepje bovenop en stelt dat we zelfs onze vijanden moeten liefhebben. Dat betekent dat we goed moeten omgaan met andersdenkenden. Los van de vraag of je vindt dat er te veel asielzoekers worden toegelaten of niet; daar moet de politiek zich op bezinnen. Wij hebben leerlingen te vormen om in de samenleving goed met de ander om te gaan.

Beginselvastheid en openheid worden ten onrechte vaak tegenover elkaar gezet. Of je bent open, maar niet zo beginselvast, of andersom. Maar zo leert Jezus het ons niet. Kijk naar Zijn kwetsbare aanwezigheid in de wereld. ‘Die, toen Hij uitgescholden werd, niet terugschold, en toen Hij leed, niet dreigde’ (1 Petr. 2:23a). Het gaat om dienstbaar aanwezig zijn. Gericht op sjalom, op vrede – wetend van diepe, Bijbelse vrede.”

Toch blijft de confrontatie met de maatschappij na de christelijke of reformatorische middelbare school een heftige voor veel jongeren. Hoe zorgen we voor een zachtere landing in de postchristelijke maatschappij?
“Als je in een hechte gemeenschap veel sociale cohesie ervaart, bestaat altijd het gevaar dat je tegenover die wij-groep een zij-groep hebt. Als er niet of nauwelijks contact tussen die twee is, krijg je denkbeelden die te snel, te zwart-wit zijn. Een relationeel kennisbegrip helpt die valkuilen te vermijden. Wij geloven in de Waarheid. Maar dat betekent niet dat je niemand meer nodig hebt die anders denkt dan jij. Wij kunnen ook van die ander wat leren. Daar draait dat kennisbegrip – niet te verwarren met een relatief waarheidsbegrip! – om. We belijden dat God Zich openbaart in de natuur en in de Schrift. Anderen bestuderen de natuur ook en ontlenen wijsheid aan die Godsopenbaring. Dan moet je daar toch mee in gesprek blijven?”

Dit artikel gratis verder lezen?
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief en lees de volledige tekst van dit artikel.

"*" geeft vereiste velden aan

Reinald Molenaar
Reinald Molenaar

is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend.