
De Geest van Pinksteren is op een bijzondere manier verbonden met het gebed. Op het aanhoudende gebed van de gemeente in Jeruzalem volgt de uitstorting van de Heilige Geest. Vervuld van Gods Geest spreken de discipelen over de grote daden van God. Velen komen tot geloof in de Heere Jezus en laten zich dopen.
De Geest werkt. Hij verbindt mensen aan elkaar en met elkaar vormen zij een gemeente die voortdurend in gebed is. Daarnaast werkt de Geest ook in het gebed. Dat blijkt uit de brieven van Paulus en Judas, waar zij oproepen om te bidden in de Geest (Ef. 6:18, Judas:20).
Maar wat houdt bidden in de Geest in?
Zuivere melodie
Bij sommige voordeuren of in tuinen hangt een windgong: bamboepijpjes of aluminiumstaafjes, gerangschikt in een rij of cirkel. Zodra de wind erdoorheen waait, begint die vrolijk te klingelen. Zo is het ook met het gebed. Wanneer de Heilige Geest door onze gebeden waait, dan blaast hij deze niet omver, maar brengt Hij ze juist tot leven. Hij schenkt kracht aan het gebed.
Bidden in de Heilige Geest wil zeggen dat het gebed beïnvloed wordt door Zijn aanwezigheid. De Geest van God neemt genadig de leiding, zet aan tot gebed en draagt het. Hij reikt woorden aan, kiest de juiste toon en voorkomt dat het gebed een opsomming van verlangens wordt. Hij richt ons op de Levende, op Zijn Naam en eer, Zijn werk en koninkrijk. Door de werking van de Geest wordt ons gebed als een zuivere melodie die doordringt tot in de hemel.
Tongentaal
Bidden in de Heilige Geest roept vragen op. Heeft het te maken met het spreken in tongen? Uit de Korinthebrief blijkt dat de Geest zich daar inderdaad van bedient. Het spreken in tongen is niet zomaar een aangeleerde techniek, maar een gave van de Geest. Deze gave is niet beperkt tot de tijd van de apostelen of tot specifieke situaties zoals het zendingsveld. De Geest deelt deze gave uit aan wie Hij wil en op het moment dat Hij dat nodig acht.
Filmpjes op internet die suggereren dat je tongentaal kunt aanleren, gaan daaraan voorbij. Het is geen prestatie die op de voorgrond dringt, maar een gave die in het verborgene wordt beoefend. Paulus schrijft aan de gemeente van Korinthe: ‘Wie namelijk in een andere taal spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand begrijpt het, maar in zijn geest spreekt hij geheimenissen’ (1 Kor. 14:2).
Het is een hemelse gebedstaal, gericht op de verheerlijking van God. Tegelijk vormt het spreken ervan een bemoediging met het oog op de bouw van Gods Koninkrijk. Als het over bidden in de Geest gaat, mogen we zeker aan tongentaal denken.
Luther
Wie de teksten in Efeze en Judas over het bidden in de Geest zorgvuldig leest, merkt dat tongentaal daarin niet ter sprake komt. Deze gave blijft in beide brieven buiten beeld, wat een opvallend gegeven is. Wanneer wij, kleine mensen met beperkte gedachten en woorden, ons tot God richten in gebed, gebeurt het dat de Geest aanwezig is. Hij komt mee in de woorden. Hij gaat voorop, reikt woorden aan, zodat de zinnen als vanzelf over de lippen vloeien. Het kan gebeuren dat wij woorden en zinnen bidden die wij niet bedacht hadden en waarvan de betekenis of het doel op dat moment niet helder is. De Geest geeft gloed aan het gebed.
Maarten Luther geeft hiervan een mooi voorbeeld. Aan zijn barbier schrijft hij een klein boekje over het gebed, waarin hij aanraadt om het Onze Vader en de Tien Geboden als uitgangspunt te gebruiken. Bij elke bede of gebod kan de bidder overwegen wat hij ervan leert, wat hij kan danken, belijden en bidden, zowel voor zichzelf als voor anderen.
Luther benadrukt dat het niet nodig is om alles ineens te moeten willen bidden, maar dat het erom gaat dat er een vuur ontstoken wordt, dat de Heilige Geest Zelf ontsteekt. Hij geeft leiding, verdiept het gebed en onderwijst de bidder. Als de Geest werkzaam is in het gebed, dan kan het gebeuren dat de woorden als vanzelf opkomen. Het vuur wordt aangewakkerd en de bidder spreekt boven zichzelf uit, omdat de Geest de woorden in de mond legt.
Wat is het heerlijk als je het werk van de Geest mag ervaren. Dat kan als je in de stilte van je kamer je knieën buigt en God zoekt in het gebed, maar ook als je op de kansel staat en voorgaat in de gebeden. De kracht van de Geest blijft dan niet onopgemerkt.
Het spreken in tongen is niet zomaar een aangeleerde techniek, maar een gave van de Geest
Zuchten
Wat is ervoor nodig om te bidden in de Heilige Geest? Het idee dat dit een hoog geestelijk niveau vereist, is een misvatting. Bevrijdend zijn de woorden van Paulus aan de gemeente in Rome: de Geest komt ons in onze zwakheden te hulp (Rom. 8:26-27). Niet kracht of geestelijke verhevenheid is het uitgangspunt, maar juist kwetsbaarheid – een gevolg van de zonde. We leven geestelijk beneden de maat, we zijn beperkt in ons denken en doen, zodat onze gebeden tekortschieten.
Deze zwakheid brengt Guido Gezelle in een gedicht treffend onder woorden:
Gij badt op ene berg alleen,
en… Jezu, ik en vind er geen
waar ‘k hoog genoeg kan klimmen
om U alleen te vinden:
de wereld wilt mij achterna,
alwaar ik ga
of sta
of ooit mijn oogen sla;
en arm als ik en is er geen;
geen een,
die nood hebbe en niet klagen kan;
die honger, en niet vragen kan;
die pijne, en niet gewagen kan
hoe zeer het doet!
O leert mij, armen dwaas, hoe dat ik bidden moet!
Soms ontbreekt het aan woorden om ons tot God te richten en is het geestelijk kwik tot een dieptepunt gedaald. En als er wel woorden zijn, kunnen ze nietszeggend en leeg lijken. Juist in die nood is het de Geest Die te hulp komt. Hij bidt met en voor ons. Wat kwetsbaar en gebrekkig klinkt, krijgt kracht door Zijn gebed. Zijn zuchten draagt ons zuchten. Zelfs als wij het gevoel hebben dat ons gebed niet verder reikt dan het plafond, brengt de Geest het in de hemel. Voor het gebed mogen we veel verwachten van de Geest Die in het hart woont.
Toewending
We kunnen veel van Luther leren als hij het Onze Vader, de Tien Geboden en ook de psalmen aanreikt als inhoud voor het gebed. Deze benadering is leerzaam, omdat ze het gebed laat richten op het Woord van God, op Zijn wil en Zijn eer. Daarmee vormt hij een belangrijke correctie op gebeden die vooral draaien om persoonlijke verlangens en noden, waarbij het eigen leven centraal komt te staan.
Juist wanneer de gerichtheid verschuift naar de Heere, naar Zijn glorie en daden, komt de Geest in de raderen. Hij reikt woorden aan en maakt ons vol van God. Bidden in de Geest betekent naar God toe bidden, met de focus op Zijn heerlijkheid en koninkrijk. Daarbij verdwijnt het persoonlijke leven niet uit beeld, maar wat nodig is voor het bestaan, komt dan in het licht van de verheerlijking van God en het leven voor Zijn aangezicht te staan.
Bidden in de Geest vraagt om een bewuste toewending op de levende Heere, met de rust en oefening die daarvoor nodig zijn.
Strijdtoneel
Opvallend is het verband waarin het bidden in de Geest ter sprake komt. Paulus verbindt de oproep om te bidden in de Geest in Efeze met de geestelijke wapenrusting die nodig is vanwege de aanvallen van de boze op gelovigen.
In de brief van Judas hangt het bidden in de Geest samen met de aanwezigheid van dwaalleraren die verwarring zaaien en gemeenteleden wegleiden van het evangelie van de Heere Jezus.
Het leven van een christen speelt zich af op een geestelijk strijdtoneel. In onze tijd neemt die strijd in intensiteit toe. Naarmate de dag van de Heere Jezus nadert, worden de tegenkrachten sterker. De boze verleidt met talloze middelen, en het hart is daar gevoelig voor. Het dagelijks leven vult zich met allerlei bezigheden; hoofd en hart raken overvol, terwijl innerlijke rust schaars is. Te midden van de overvloed aan informatie klinken stemmen die eerder onbekend waren. Ze wekken nieuwsgierigheid, maar kunnen het evangelie overstemmen.
Juist in deze context is de vervulling van de Heilige Geest onmisbaar. Hij gaat voorop in de gebeden. Hij neemt het initiatief, drijft aan en wekt het vuur. Door Zijn werk komt het hart op de juiste toonhoogte, worden we verbonden met de hemel en vervult vreugde de ziel. Dan wordt bidden een pinksterervaring.
De Heilige Geest brengt het hart op de juiste toonhoogte