
Nergens in de kerkgeschiedenis is uitvoeriger en geestelijk rijker over Christus in de hemel geschreven dan bij de puriteinen. Daarvan is Thomas Goodwin (1600-1680) een mooi voorbeeld. Deze puritein maakt duidelijk dat Hemelvaart de kerk alleen maar rijker heeft gemaakt.
Omstreeks het midden van de zeventiende eeuw publiceert Goodwin twee werken over de betekenis van de hemelse Christus. Ik richt me op een van deze twee: The Heart of Christ in Heaven towards Sinners on Earth (Het hart van Christus in de hemel ten opzichte van zondaars op aarde).
Eerst iets over het puritanisme. Aan de wieg van deze beweging staat William Perkins (1558-1602), die de gereformeerde theologie praktisch toespitst. Hij zoekt een verbinding tussen de leer, het hart en het leven. Dit wordt bepalend voor het puritanisme. Deze beweging komt tot bloei bij John Owen en Thomas Goodwin. Met bloei bedoel ik dat beide puriteinen centrale geloofsthema’s theologisch uitdiepen en tegelijk toegespitsten op het geestelijke leven. In de lijn van Perkins dus, maar met sterkere aandacht voor de geestelijke beleving.
“The Heart of Christ”
Thomas Goodwin wordt in 1600 in het Engelse Rollesby geboren. Hij studeert theologie in Cambridge, waar de herinnering aan Perkins nog vers is. Na zijn bekering in 1620 komt Goodwin in puriteinse kring terecht en wordt hij een van de belangrijkste vertegenwoordigers. Na een periode in Nederland speelt hij een belangrijke rol tijdens de synode van Westminster (1643-1649) en op politiek terrein ten tijde van de republiek. Na het herstel van de monarchie in 1660 verdwijnt Goodwin grotendeels uit de openbaarheid om zich volledig te wijden aan prediking, studie en pastoraat. Zijn levenseinde komt in 1680.
Goodwin heeft veel geschreven, waaronder de twee genoemde werken over Christus’ hemelvaart. Van deze twee was The Heart of Christ volgens hemzelf het hoogtepunt. Het stamt uit 1642 en is een van zijn bekendste geschriften geworden. Wat Goodwin zijn lezers in dit boek wil meegeven, kunnen we in één zin samenvatten: Christus is naar de hemel gegaan, maar Hij is de Zijnen daar niet vergeten.
Christus is naar de hemel gegaan, maar Hij is de Zijnen daar niet vergeten.
Aan de hand van Hebreeën 4:15 werkt hij deze gedachte uit. De apostel wijst zijn lezers in dit Schriftgedeelte op Christus als de Hogepriester in de hemel, Die medelijden heeft met hun zwakheden. Door Zijn hemelvaart lijkt de afstand tussen Hem en Zijn volgelingen op aarde groot geworden, zowel letterlijk als geestelijk. Wat weet de hemelse Christus af van de moeiten die de gelovigen op aarde meemaken? Is Hij even betrokken op hun geestelijk welzijn als tijdens Zijn rondwandeling op aarde? In zijn boek benadrukt Goodwin dat Christus in de hemel zelfs nog sterker is betrokken op hun wel en wee dan voor Zijn hemelvaart.
Liefdevol betrokken
Hoe kan Goodwin dit stellen? Hij kijkt hiervoor eerst naar Jezus’ liefdevolle woorden en daden op aarde, bijvoorbeeld naar Zijn houding als de Opgestane. Terwijl Zijn ongelovige discipelen een scherpe vermaning verdienen, zoekt Hij hen liefdevol op en bemoedigt hen. Op basis hiervan is Goodwin ervan overtuigd dat de Christus ook na Zijn hemelvaart nauw op de Zijnen is betrokken: Zijn hart is genadig betrokken op zondaars op aarde die tot Hem komen. Hoe bereidwillig is het om hen te ontvangen. Hoe staat het klaar om voor hen te zorgen. Hoe gevoelig om medelijden met hen te hebben in al hun zwakheden van zonde en ellende. Het doel hiervan is de gelovigen te bemoedigen en aan te moedigen om vrijmoediger tot de troon van de genade te komen, tot zo’n Zaligmaker en Hogepriester. Als ze weten hoe liefdevol en teer Zijn hart op hen betrokken is − ook al is Hij nu in de heerlijkheid.
Deze concentratie op Christus’ liefdevolle hart wekt vertrouwen op en nodigt uit om vrijmoedig tot Gods troon te komen.
Weerspiegeling
Als Goodwin de notie van Christus’ liefdevolle betrokkenheid theologisch en pastoraal uitwerkt, wijst hij allereerst op de betekenis van Christus’ menselijke natuur. Als Jezus op aarde rondwandelt, is zijn hart vol liefde en bewogenheid. Zo weerspiegelt Hij het hart van Zijn Vader. Jezus’ mensheid wordt verheerlijkt als Hij opstaat en naar de hemel gaat. Het bezit van onze menselijke natuur is de garantie dat Christus barmhartig en genadig op de zijnen betrokken blijft.
De betrokkenheid van de verhoogde Christus wordt ook helder door op de Heilige Geest te letten. Jezus ontvangt Hem bij Zijn doop, waardoor Hij een zachtmoedige aard krijgt en bewogen kan zijn over zondaars. Ze zijn welkom bij Hem. Dit verandert beslist niet als Hij naar de hemel gaat en letterlijk op afstand komt. Zijn liefdevolle betrokkenheid wordt vanaf dat moment alleen maar groter. De reden hiervan is dat Gods Geest in de hemel rijker op Christus rust dan voor die tijd. Daarom stort Hij op Pinksteren van deze Geest uit. Zo worden alle gelovigen eveneens zachtmoedige, liefdevolle mensen.
Christus’ liefde tot de Zijnen kun je volgens Goodwin ook benaderen vanuit zijn ambt als Hogepriester. Zoals bij de profeet wijsheid hoort en bij de koning macht, zo zijn voor de hogepriester bewogenheid en medelijden kenmerkend. Dit ambt wijst dus op Christus’ barmhartige medelijden. Gelovigen kunnen het door moeilijke omstandigheden en zondige misstappen moeilijk vinden om hiervan zeker te zijn. Een knellende pastorale vraag is dan: Zal Christus medelijden met mij kunnen hebben? Goodwin antwoordt: “Uw ellende kan nooit groter zijn dan Zijn barmhartigheid.”
Uw ellende kan nooit groter zijn dan Zijn barmhartigheid.
Menselijke termen
Goodwin vraagt zich af hoe de liefdevolle betrokkenheid van Christus op de Zijnen eruit ziet. Om dit duidelijk te maken, stelt hij dat Gods barmhartigheid in de Schrift vaak wordt beschreven in menselijke termen. Zo kunnen we een voorstelling maken van iets wat letterlijk en lichamelijk niet bij God aanwezig is. Zijn binnenste rommelt dus niet echt van barmhartigheid (Jer.31:20). Maar met Christus’ komst is er een nieuwe openbaring van Gods barmhartigheid gekomen. Omdat Hij vlees is geworden, kent Jezus menselijk medelijden en is Hij echt bewogen over anderen.
Het is deze menselijke betrokkenheid die Hij nog steeds bezit. Hoe is dit mogelijk? Het antwoord ligt volgens Goodwin in Zijn aardse weg, waarop Hij gebrokenheid en lijden aan den lijve heeft ervaren. Omdat Hij deze dingen dus uit eigen ervaring kent, komen ze als het ware in Hem naar boven als Hij de Zijnen ziet lijden. Christus kent daarom ook meer dan alleen een herinnering aan Zijn eigen aardse lijden. Hij wordt echt geraakt door de moeiten van gelovigen.
Is er dan geen enkel verschil tussen het barmhartige medelijden van Christus op aarde en in de hemel? Volgens Goodwin wel. Jezus’ barmhartigheid op aarde ging gepaard met zwakheid. Daarom huilde Hij bij het graf van Lazarus of bij het zicht op de stad Jeruzalem. In de hemel heeft Christus’ meeleven een geestelijker karakter gekregen. Hij kent nog steeds de herinnering aan zijn aardse lijden, maar deze is vrij van aardse, onvolmaakte trekken als verdriet en pijn. Daarom kan Hij nog beter meeleven met alle gelovigen.
Goodwin zit nog met één moeilijk punt. Hoe kan de hemelse Christus meeleven met zondige mensen terwijl Hij zelf nooit zonde heeft gekend? Zijn antwoord is dat Christus inderdaad zondeloos is. Toch kwam Hij op allerlei manieren met zonde in aanraking. Hij werd ertoe verleid tijdens de verzoeking in de woestijn. Verder werd Hij gekweld door het kwaad dat Hij bij anderen zag, zoals de schijngodsdienst van de Joodse leiders. Hij kwam ook op een bepaalde manier met de zonde in aanraking toen Hij deze vergaf. Maar vooral raakte het kwaad Hem toen Hij in diepe duisternis aan het kruis hing en als het ware tot zonde werd gemaakt. Toen deze aan Hem werd toegerekend.
Alleen maar rijker
Goodwins werk over hemelvaart en de hemelse Christus levert enkele verrassende gedachten op. Hierbij komt vooral de betekenis van Christus’ menselijke natuur naar voren. Gelovigen zijn er sinds Hemelvaart geestelijk alleen maar rijker op geworden. De hemelse Christus is nog geestelijker op hen betrokken dan toen Hij op aarde was. Hij is bewogen over hen, leeft met hen mee en komt hen te hulp. Zoals Goodwin aan het slot van The Heart of Christ verwoordt:
In alle ellende en benauwdheid weet je zeker waar je een vriend kunt vinden om je te helpen en medelijden met je te hebben. Zelfs in de hemel. Het is Christus, wiens aard, ambt, belang, relatie, alles, op jouw hulp is gericht. Je merkt dat mensen, zelfs vrienden, vaak onredelijk tegen je zijn en dat hun hart vaak voor je gesloten is. Zeg tegen hen allemaal: Als u geen medelijden met me hebt, ken ik Iemand in de hemel die dat wel heeft. Zijn hart is geraakt door al mijn zwakheden. Ik zal me bij Hem gaan beklagen. Kom vrijmoedig … zelfs met open mond, om je klachten open te leggen. Je zult genade en barmhartigheid vinden om in tijd van nood te worden geholpen. Mensen willen graag medelijden van vrienden, hoewel ze hen niet kunnen helpen. Christus kan en zal beide doen.
We hoeven niet te verlangen naar de tijd dat Jezus op aarde was. Goodwin maakt doordacht en pastoraal helder dat het sinds Hemelvaart alleen maar rijker is geworden voor de kerk. Al is Christus in de hemel, Hij vergeet de Zijnen niet. Bij Hem is het volmaakt waar: Uit het oog, niet uit het hart.